Wettelijke intrestvoet bij betalingsachterstand in handelstransacties stijgt

De intrestvoet van toepassing op laattijdige betalingen bij handelstransacties bedraagt 8,5% voor het tweede semester 2011. Dat betekent een stijging van 0,5% ten opzichte van het percentage voor de eerste jaarhelft van 2011. Omdat ondernemingen en overheden nog steeds niet erg stipt zijn in hun betalingen, heeft Europa intussen een richtlijn goedgekeurd om de bestaande regeling te verstrengen.

Intrestvoet tweede semester 2011

Betalingsachterstand verstoort het financieel evenwicht van een onderneming en jaagt de administratieve kosten omhoog. Vooral het voortbestaan van een kmo kan er door in gevaar komen.
De intrestvoet bij betalingsachterstand in handelstransacties wordt twee keer per jaar gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De wettelijke intrestvoet voor het eerste semester van dit jaar bedroeg 8% en gold van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011.
De intrestvoet van 8,5% is alleen van toepassing als partijen in hun contract geen andere intrestvoet overeenkomen. De schuldeiser heeft “automatisch” recht op intresten als zijn schuldenaar hem te laat betaalt. Hij moet geen ingebrekestelling sturen. De intrest is ook verschuldigd na het verstrijken van een overeengekomen betalingstermijn.

Toepassingsgebied: handelstransacties

De intrestvoet van 8,5% geldt alleen voor handelstransacties: transacties tussen ondernemingen onderling, of tussen ondernemingen en aanbestedende overheden of diensten. De transactie moet betrekking hebben op het leveren van goederen of op het presteren van diensten tegen vergoeding. Hij geldt dus voor kooplieden, vrije beroepen, ambachtslui en landbouwondernemingen.
Merk op. In burgerlijke zaken en in bepaalde handelszaken (transacties tussen handelaars en particulieren) is een wettelijke intrestvoet van toepassing. Voor 2011 bedraagt die 3,75% (3,25% in 2010).

Wettelijke betalingstermijn: 30 dagen

Als u niets afspreekt, moet elke betaling tot vergoeding van een handelstransactie gebeuren binnen een termijn van 30 dagen. Die wettelijke betalingstermijn van 30 dagen kan op drie momenten beginnen lopen:

op de dag volgend op die van de ontvangst van de factuur door de schuldenaar;

als die datum niet vaststaat of als de schuldenaar de factuur eerder ontvangt dan de goederen of de diensten, vanaf de dag volgend op die van de ontvangst van de goederen of de diensten;

als de wet of de overeenkomst voorziet in een procedure voor aanvaarding of controle, op de dag volgend op die van de aanvaarding of controle, als de schuldenaar de factuur ontvangt vóór of op de datum waarop de aanvaarding of de controle plaatsvindt.

U kan met uw schuldenaar contractueel wel een langere (of kortere) betalingstermijn afspreken. Maar als blijkt dat die termijn “kennelijk onbillijk” is, kan de rechter een andere termijn opleggen. Hij zal rekening houden met de commerciële en financiële belangen.

Nieuwe Europese richtlijn ter bestrijding van wanbetalers

De Europese raad en het Europees parlement hebben op 16 februari 2011 een nieuwe richtlijn betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties goedgekeurd. Die richtlijn moet uiterlijk op 16 maart 2013 worden omgezet in Belgisch recht.
De wettelijke betalingstermijn als partijen niets contractueel overeenkomen, blijft 30 kalenderdagen. Ondernemingen onderling kunnen contractueel een andere termijn overeenkomen die in principe maximum 60 kalenderdagen mag bedragen tenzij ze uitdrukkelijk een langere termijn overeenkomen en op voorwaarde dat die niet kennelijk onbillijk is voor de schuldeiser. Voor transacties met overheidsinstanties wordt de regeling aanzienlijk strenger. De lidstaten mogen de wettelijke termijn ook verlengen tot 60 kalenderdagen maar enkel voor welbepaalde overheidsinstanties (bv. Belgacom en De Post). Voor alle andere overheidsinstanties wordt een betalingstermijn van 30 dagen de norm.
De intrestvoet zal worden verhoogd met 1%. Die verhoging heeft betrekking op alle achterstallen, die van een andere onderneming en die van de overheid.