Vereffeningsprocedure gewijzigd: ontbinding en vereffening vennootschap in één akte mogelijk

De procedure voor de vereffening van vennootschappen is vanaf 17 mei 2012 vereenvoudigd. Onder bepaalde voorwaarden kunnen vennootschappen dan in één akte worden ontbonden en vereffend. De nieuwe vereffeningsprocedure verlicht de werklast van de rechtbanken van koophandel.

De procedure van de vereffening van vennootschappen die in 2006 in het Wetboek van Vennootschappen werd opgenomen (Wet van 2 juni 2006, zie BS 26 juni 2006), is erg tijdrovend. De benoeming van een vereffenaar vereist sindsdien een rechterlijke
homologatie en de vereffenaar heeft een grotere rapporteringsplicht
gekregen. De nieuwe vereffeningsprocedure verlicht de werklast van de rechtbanken van koophandel en werkt de onduidelijkheden weg (Wet van 19 maart 2012 tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen wat de vereffeningsprocedure betreft en Wet van 22 april 2012 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat betreft de vereffeningsprocedure van vennootschappen, zie BS 7 mei 2012).

Ontbinding en vereffening in één akte

Eén van de onduidelijkheden heeft betrekking op de mogelijkheid om in een akte tot ontbinding en vereffening van een vennootschap over te gaan. Een ontbinding en vereffening in één en dezelfde akte is nu mogelijk als de volgende voorwaarden worden nageleefd:

er is geen vereffenaar aangeduid;

er zijn geen passiva luidens de staat van activa en passiva;

alle aandeelhouders of vennoten zijn op de algemene vergadering aanwezig of geldig vertegenwoordigd en besluiten met eenparigheid van stemmen;

de terugname van het resterend actief gebeurt door de vennoten zelf.

Alle vereiste verslagen moeten aanwezig zijn: het ontbindingsvoorstel, het verslag van het bestuursorgaan, de staat van activa en passiva die niet meer dan drie maanden voordien is opgesteld, en het verslag van de commissaris, de bedrijfsrevisor of de accountant.

“Omstandige staat van de toestand van de vereffening”

De vereffeningsstaat vermeldt onder meer de ontvangsten, de uitgaven en de uitkeringen en geeft aan wat nog moet worden vereffend. Er is een verduidelijking aangebracht op vlak van het tijdstip waarop de vereffenaar deze omstandige vereffeningsstaat aan de griffie moet overzenden. De vereffenaars sturen in de zevende en de dertiende maand na de invereffeningstelling een vereffeningsstaat, opgesteld aan het einde van de zesde en twaalfde maand van het eerste vereffeningsjaar, naar de griffie van de rechtbank van koophandel van het arrondissement waarin de vennootschap haar zetel heeft. Vanaf het tweede jaar van de vereffening wordt die vereffeningsstaat slechts om het jaar aan de griffie bezorgd en bij het vennootschapsdossier gevoegd. Bij ontbinding en vereffening in één akte (zie supra) moeten deze vereffeningsstaten niet worden opgemaakt.

Procedure voor voorzitter rechtbank koophandel

Het eenzijdig verzoekschrift tot bevestiging of homologatie van de vereffenaar kan voortaan worden ondertekend door de vereffenaar(s), door een advocaat, door een notaris, of door een bestuurder/zaakvoerder van de vennootschap. Vroeger moest het bevoegde orgaan van de vennootschap of een advocaat het verzoekschrift ondertekenen. Maar de omschrijving "bevoegde orgaan van de vennootschap" veroorzaakte onduidelijkheid.
Het verzoekschrift moet worden ingediend bij de voorzitter van de rechtbank van koophandel in plaats van bij rechtank van koophandel.
De voorzitter van de rechtbank moet voortaan uitspraak doen uiterlijk binnen vijf werkdagen (in plaats van 24 uur) nadat het verzoekschrift is ingediend. Die termijn sluit aan bij de praktijk. Verschillende rechtbanken komen namelijk wekelijks één keer samen om deze verzoekschriften te behandelen. De vereffenaar moet worden beschouwd als zijnde bevestigd of gehomologeerd wanneer de rechtbank geen uitspraak doet binnen die termijn. Er is geen sanctie als de bevestiging niet wordt aangevraagd maar voortaan kan het openbaar ministerie of iedere belanghebbende derde in voorkomend geval de vervanging van de vereffenaar vragen aan de voorzitter van de rechtbank van koophandel, nadat die eventueel wordt gehoord.
Het verzoekschrift moet niet langer worden vergezeld van een boekhoudkundige staat van activa en passiva. Dit brengt immers niks bij in de procedure en leidt enkel tot extra kosten.

Nieuw is ook dat het benoemingsbesluit van de vereffenaar één of meer alternatieve kandidaat-vereffenaars kan bevatten, eventueel in volgorde van voorkeur. Dit is van belang voor het geval de voorzitter van de rechtbank de benoeming van de vereffenaar niet bevestigt of homologeert. De voorzitter wijst dan één van deze alternatieve kandidaten aan als vereffenaar. Voldoet geen enkele kandidaat aan de voorwaarden, dan wijst de voorzitter van de rechtbank zelf een vereffenaar aan.

De voorzitter van de rechtbank oordeelt ook over de handelingen die de vereffenaar heeft gesteld tussen zijn benoeming door de algemene vergadering en de bevestiging ervan door de voorzitter. Hij kan die handelingen nietig verklaren als ze kennelijk in strijd zijn met de rechten van derden.