Niet-inwoners krijgen minder fiscale voordelen

Ook niet-inwoners krijgen in België fiscale voordelen. De fiscus heeft aan de regels gesleuteld. Daardoor worden hun voordelen nu beperkt. Bepaalde voordelen worden geprorateerd. Andere voordelen verdwijnen zelfs volledig.

Niet-inwoners krijgen belastingvoordelen pro rata temporis

Als het belastbare tijdperk geen volledig kalenderjaar omvat, krijgt een belastingplichtige vanaf 2018 nog maar een deel van zijn fiscale voordelen voor dat jaar. De voordelen worden geprorateerd in verhouding tot de duur van het belastbare tijdperk.

Waarom?

De fiscus wil vermijden dat één belastingplichtige tweemaal het volledige fiscale voordeel krijgt als hij naar of uit België verhuist. Eén keer in de personenbelasting en één keer in de BNI. Vanaf nu zal deze belastingplichtige beide voordelen slechts gedeeltelijk krijgen: een deel in de PB voor de periode dat hij in België woont tot aan zijn verhuis, een eventueel een deel voor de periode dat hij niet in België woont (in de BNI).

Deze proratering heeft alleen maar belang in het jaar dat een inwoner niet-inwoner wordt of andersom. In een jaar waarin een niet-inwoner het hele jaar niet-inwoner is, heeft hij recht op het hele voordeel. Dan speelt de proratering niet. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor wie het hele jaar inwoner is.

Proratering in twaalfden

De fiscus kijkt naar het aantal maanden dat de belastingplichtige inwoner/niet-inwoner is. Een maand telt volledig mee als de vijftiende van de maand binnen het belastbare tijdperk valt.

Voorbeeld
Een belastbaar tijdperk dat begint op 1 januari 2018 en eindigt op 17 mei 2018 (mei telt mee), duurt vijf maanden. De voordelen worden beperkt tot 5/12.
Een belastbaar tijdperk dat begint op 19 augustus 2018 (augustus telt niet mee) en eindigt op 31 december 2018, duurt vier maanden. De voordelen worden beperkt tot 4/12.

Niet bij overlijden

De proratering wordt niet toegepast als het belastbaar tijdperk ingekort wordt wegens het overlijden van de belastingplichtige.

Welke voordelen worden beperkt?

De beperking wordt o.a. toegepast op:

Een hele reeks vrijstellingen: interesten op spaarboekjes,  de eerste inkomensschijf van dividenden, vrijgestelde bedragen van de vergoedingen voor woon-werkverkeer (behalve met openbaar vervoer), de tussenkomst van de werkgever voor de aankoop van een PC, het aantal vrijgestelde overuren in de horeca.

Het maximum van het meewerkinkomen en het huwelijksquotiënt.

De belastingvrije som en de toeslagen erop, de nettobestaansmiddelen die bepalen of iemand ten laste is.

De federale voordelen in de woonfiscaliteit.

De maximumbedragen van belastingverminderingen voor verwerven van werkgeversaandelen, pensioensparen, tax shelter investeringen in starters, elektrische voertuigen, uitgaven voor ontwikkelingsfondsen,  giften en voor bezoldigingen voor een huisbediende.

Gewone niet-inwoners verliezen nog meer voordelen

De 'gewone' niet-inwoners, die minder dan 75 % van hun totale inkomen in België behalen, verliezen nog meer voordelen. Zij krijgen een aantal fiscale voordelen helemaal niet meer. Alleen de inkomensgerelateerde voordelen blijven nog over.

Volgende voordelen verliezen zij o.a. volledig:

Belastingvermindering voor premies van een individuele levensverzekering.

Pensioensparen.

Energiezuinige woningen en groene leningen.

Aandelen van starters.

Elektrische voertuigen.

Toch een beetje goed nieuws. De gewone niet-inwoners krijgen er ook één nieuw voordeel bij: de belastingvermindering voor het verwerven van werkgeversaandelen. Het moet gaan om aandelen van een werkgever die aan de belastingplichtige bezoldigingen heeft betaald of toegekend die belastbaar zijn in de BNI.

Verband met Belgische beroepsinkomsten vereist

Ten slotte krijgen niet-inwoners sommige verminderingen alleen als er een verband met Belgische beroepsinkomsten bestaat. Dit is zo voor alle niet-inwoners, ook diegene die 75 % of meer van hun inkomsten in België halen:

Vermindering voor overwerk:  als het inkomen dat voor het overwerk wordt verkregen, effectief ten volle in België wordt belast.

Belastingverminderingen voor werkgeversaandelen alleen als ze betrekking hebben op Belgische beroepsinkomsten.

Belastingvermindering voor persoonlijke bijdragen voor een aanvullend tweedepijlerpensioen alleen als ze betrekking hebben op Belgische beroepsinkomsten.

Vanaf wanneer?

De hele regeling is van toepassing vanaf aanslagjaar 2018.